Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het [28]hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat [29]het niet gescheurd worde. 28. Dat is, het opene, waar het hoofd van den priester zal doorgaan. Hebreeuws, de mond zijns hoofds. 29. Te weten, het gat; anders, [hij] te weten, den efod.